Natural Choice
Het Rariteiten Kabinet
Natuurhistorische bijzonderheden en rariteiten
Wandelende takken

Wandelende takken en wandelende bladeren zijn meesters in camoufleren. Zij hebben de kunst om niet op te vallen tot grote hoogte ontwikkeld. Het is een verdedigingsmechanisme om uit de kaken van roofdieren te blijven.

Als klein eitje al vallen ze niet op tussen de op de grond liggende bladeren en uitwerpselen. De uitgekomen jonge insecten, ook wel  nimfen genoemd, hebben direct al na de geboorte het sprekende imago van een kleine tak, twijg of blad.

Ze moeten een aantal keer vervellen om uiteindelijk als volgroeid insect te kunnen paren. Tijdens deze vervellingen groeien verloren of afgebroken poten weer aan. De wandelende tak kan, afhankelijk van de soort, een lengte tot wel 60 cm bereiken.

Hun habitat concentreert zich voornamelijk op warme streken. Zo komen in Europa enkel wandelende takken rond het Middellandse Zee gebied voor.

Niet alle soorten hebben schutkleuren zoals we die in planten terug vinden. Als de camouflage niet heeft gewerkt bezitten enkele variaties felle schrikkleuren onder de poten of op de vleugels waarmee ze de vijand kunnen afleiden en zichzelf vervolgens, door van een tak of plant te vallen, uit de voeten kunnen maken. Weer andere soorten hebben stekels op hun lichaam die ze in geval van gevaar in de huid van hun aanvaller kunnen boren.

Niet alle wandelende takken kunnen vliegen of hebben vleugels, maar met een camouflage aangepast aan de leefomgeving en tevens voedselbron is het afleggen van verre afstanden veelal overbodig.

Klik op een wandelende tak voor een vergroting, de naam en herkomst.