Natural Choice
Het Rariteiten Kabinet
Natuurhistorische bijzonderheden en rariteiten
Ammonieten (Cephalopoda)
De ammonieten vormen een paleontologisch uiterst belangrijke (uitgestorven) groep van koppotige mollusken. Ze leefden uitsluitend in de zee en zijn verre verwanten van de recente inktvissen en de Nautilus. De naam komt van de Egyptische god Ammon-Rê die men placht af te beelden met ramshorens.
Een voorloper van deze dieren kwam voor in het Siluur (430 milj. jaar): de Orthoceren. Dit waren reuze-inktvissen waarvan sommige soorten, o.a. Endoceras, een lengte bereikten van meer dan 3 meter. In die tijd verscheen ook de Nautilus. Deze dieren bereikten hun hoogtepunt van ontwikkeling in de Jura (160 milj. jaar).
Alle andere soorten ammonieten hadden hun grootste ontwikkeling en verspreiding in het Jura / Krijt tijdperk. In het Boven-Krijt worden ammonieten zeldzaam en sterven tenslotte uit, tegelijk met de Dinosauriërs.
De laatste ammonietsoort, de Baculites uit het Senoon van Limburg, is volkomen recht. Dit in tegenstelling tot de Orthoceren uit het Siluur, die hoornachtig of gebogen waren (ceras). Als gidsfossielen zijn ammonieten van onschatbare waarde.
Tegenwoordig zijn er al meer dan 10.000 soorten bekend, met ondersoorten ruim 60.000 varianten. Zij hebben bijgedragen tot de stratigrafie der aardlagen.
Enkele geologisch belangrijke vindplaatsen zijn o.a. de Schwäbische Alb (Jura / Lias) in Duitsland, Lyme Regis (Krijt) in Engeland en Wissant (Krijt) in Frankrijk.


